Een woord over leven en dingen


           

 

De bron

         Elia logeerde in het huis van een weduwe en haar zoon. Ze had een beetje meel en olie (olijfolie) om iets te eten te maken. Elia zei tegen haar dat ze eerst wat brood voor hem moest bakken. Daarna om wat te maken voor zichzelf en haar zoon. Elia zei dat het meel en de olie niet op zouden raken. Zij en haar huishouden aten dagenlang. (1 Koningen 17:13)

       Een vrouw vertelde Elisa dat haar man een vrome man was en gestorven was. En de schuldeiser was gekomen om haar twee zonen tot zijn slaven te nemen. Elisa vroeg wat ze in huis had. Ze zei dat ze niets anders in huis had dan een pot olie (olijfolie). Elisa zei haar zoveel mogelijk lege kruiken te verzamelen als ze kon en haar deur te sluiten. Giet het dan in al die vaten. Ze goot de olie in vele vaten. Elisa zei haar toen om de olie te verkopen en haar schuldeiser te betalen. (2 Koningen 4:1)

       Toen Jezus Kafarnaüm was binnengegaan, kwamen degenen die de tempelbelasting ontvingen naar Petrus toe en zeiden: "Betaalt uw Leraar de tempelbelasting niet?" Jezus wilde hen niet beledigen, Hij zei tegen Petrus: “Ga naar de zee, werp een haak uit en pak de vis die als eerste bovenkomt. Als je zijn mond hebt geopend, zul je een geldstuk vinden; neem dat en geef het aan hen voor Mij en jou”. (Matteüs 17:24)

       Veel mensen denken dat hun bron het bedrijf is waarvoor ze werken. Dat kan waar zijn, als je geen christen bent. Maar de volgelingen van Jezus, we zijn niet afhankelijk van de mensen van deze wereld om in onze behoeften te voorzien. Onze God heeft de controle over onze financiën. Hij is Degene die voor ons zorgt.

       In ongeveer 80% van de meeste kerken betalen de mensen hun tiende niet. God zei dat we onder een vloek staan. Sommige mensen geven een excuus dat we onder 'genade' vallen en niet onder de wet. Die tienden stonden in het Oude Testament. Jezus kwam niet om de wet af te schaffen, hij vervulde de wet. Zijn normen zijn hoger dan de wet. Hij vereist meer dan wat de wet deed.

       God geeft ons alles wat we hebben. Hij gaf ons het leven, Hij gaf ons een redder. Hij voorziet in onze behoeften. Hij is onze bron in alles wat we hebben of doen. Die baan heb je niet zelf gekregen, die heeft God je gegeven. Toen je werd ontslagen uit die baan, gaf Hij je een betere baan. Hij stuurt zijn engelen om over ons te waken, bij alles wat we doen. Hij geeft ons een echtgenoot en kinderen. Hij geeft ons gaven en talenten om de dingen te doen die we doen, en als we ouder worden en niet meer kunnen doen wat we vroeger deden, geeft Hij ons nieuwe gaven en talenten. We geven Hem niet zoveel eer als we zouden moeten. We realiseren ons niet hoeveel God ons geeft. Hij is onze bron voor alles wat we hebben en doen.


––––––––––––––––––––––––––––


       Nieuwe King James-versie
Mattheüs 6:25 "Daarom zeg ik u: maak u geen zorgen over uw leven, over wat u zult eten of wat u zult drinken, noch over uw lichaam, wat u zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding?
  26 Kijk naar de vogels in de lucht, want ze zaaien niet en maaien niet en vullen geen voorraadschuren, maar uw hemelse Vader voedt ze. Bent u niet meer waard dan zij?
  27 Wie van u kan door zich zorgen te maken één el aan zijn lengte toevoegen?
  28 Waarom maakt u zich dan zorgen over kleding? Kijk eens naar de leliën op het veld, hoe ze groeien: ze zwoegen niet en spinnen niet;
  29 En toch zeg ik u dat zelfs Salomo in al zijn glorie niet gekleed was als een van deze.
  30 Als God nu het gras van het veld, dat er vandaag is en morgen in de oven wordt gegooid, zo kleedt, zal Hij u dan niet veel meer kleden, kleingelovigen?
  31 Maak je dus geen zorgen en zeg niet: Wat zullen we eten? of 'Wat zullen we drinken?' of 'Wat zullen we aantrekken?'
  32 Want naar al deze dingen zoeken de heidenen. Want uw hemelse Vader weet dat u al deze dingen nodig hebt.
  33 Maar zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen je erbij gegeven worden.
  34 Maak je daarom geen zorgen over morgen, want morgen zal zich zorgen maken over zijn eigen dingen. Voldoende voor de dag zijn zijn eigen zorgen.

       Nieuwe King James-versie
Jesaja 45:2 Ik zal voor u uit gaan en de kromme plaatsen recht maken; Ik zal de bronzen poorten in stukken breken en de ijzeren grendels doorhakken.
  3 Ik zal u de schatten van de duisternis geven en de verborgen rijkdommen van de verborgen plaatsen, opdat u weet dat Ik, de HERE, die u bij uw naam noem, de God van Israël ben.
  4 Omwille van Mijn knecht Jakob, en Israël, Mijn uitverkorene, heb Ik u zelfs bij uw naam geroepen; Ik heb je een naam gegeven, hoewel je Mij niet kent.
  5 ¶ Ik ben de HEER, en er is geen ander; Er is geen God buiten Mij. Ik zal je omgorden, hoewel je Mij niet kent,
  6 Opdat zij vanaf het opkomen van de zon tot aan het ondergaan ervan mogen weten dat er niemand is behalve Ik. Ik ben de HEER, en er is geen ander;
  7 Ik vorm het licht en schep duisternis, ik maak vrede en schep onheil; Ik, de HEER, doe al deze dingen.'