Zwakheid
Het woord zwakheid betekent een ziekte of een
ziekte, het betekent ook een zwakte. We hebben
allemaal wel eens een zwakte gehad. Toen Jezus naar
het bad Bethesda ging, waren er veel mensen die
ziek, blind, kreupel en verlamd waren. Ze wachtten
op de beweging van het water. Er was een man die al
achtendertig jaar lang een ziekte had. Jezus vroeg
de man: Wil je genezen worden? De man antwoordde
Jezus niet. De man verzon een excuus. Hij zei dat
hij niemand had die hem kon helpen het zwembad in te
gaan, toen het in beroering was.
We verzinnen allemaal wel eens excuses. We hebben een excuus waarom we niet genezen zijn; Of waarom we Gods wil niet kunnen doen. Toen God tegen Mozes zei dat hij naar Egypte moest gaan en Zijn volk moest bevrijden, maakte hij het excuus dat hij niet zo goed kon praten. Hij was veertig jaar in de woestijn geweest en had niet veel mensen om mee te praten. Hij vergat dat wanneer God ons iets vraagt, Hij voor een oplossing zal zorgen. God heeft ons onze gaven en talenten gegeven. Hij zal ons niet vragen iets te doen, zonder ons de dingen te geven die we daarvoor nodig hebben. Sommige mensen zeggen dat ze in het geven van tienden geloven, maar ze doen het niet. Als ze ergens in geloven, zullen ze het doen. Als we geen tienden betalen, zegt God dat we onder een vloek leven. We verzinnen allemaal excuses voor de dingen die we wel of niet doen. Wij geven God een klein beetje van onze tijd. Wij geven een klein deel van ons geld. We gaan af en toe naar de kerk. Als we God allemaal een klein beetje geven van wat we hebben, dan hebben we geen deel van God. God zal geen tweede plaats innemen in ons leven. Ofwel heeft Hij ons allemaal, ofwel heeft Hij niemand van ons. Jezus zei: Niet iedereen die tegen mij zegt: Heer, Heer zal het koninkrijk der hemelen binnengaan, maar hij die de wil van de Vader doet. We moeten alles wat we hebben aan de Heer geven. Got wil elk deel van je, niet alleen de restjes. Veel mensen denken dat eens gered, altijd gered. Veel mensen geloven dat ze alleen maar Jezus als hun verlosser hoeven te aanvaarden, waarna ze klaar zijn voor de hemel. Dan kunnen ze doen wat ze willen. Dat is niet waar. Daar stoppen we niet mee, nadat we gered zijn. We moeten nog een stap zetten, en dat is het doen van de wil van de Vader. We kunnen niet ons eigen ding doen en verwachten naar de hemel te gaan. Wij moeten ons onderwerpen aan de wil van de Vader. Vanaf dat moment doen we wat Hij wil, en niet wat wij willen. Na verloop van tijd overwinnen we onze zwakheid en worden we sterker in Hem. Wij willen Zijn wil doen, omdat wij daar het meest tevreden en gelukkig zijn. Wij willen Hem de eer geven die Hem toekomt. Nieuwe King James-versie Johannes 5:1 Ά Hierna was er een feest voor de Joden, en Jezus ging op naar Jeruzalem. 2 Nu is er in Jeruzalem bij de Schaapspoort een waterbekken, dat in het Hebreeuws Bethesda wordt genoemd, met vijf zuilengangen. 3 Hierin lag een grote menigte zieke mensen, blind, kreupel en verlamd, wachtend op de beweging van het water. 4Want op een gegeven moment daalde een engel in de poel af en bracht het water in beweging; daarna werd degene die als eerste binnenkwam, na het roeren van het water, genezen van welke ziekte hij ook had. 5 Nu was daar een zekere man die al achtendertig jaar ziek was. 6 Toen Jezus hem daar zag liggen en wist dat hij al een hele tijd in die toestand verkeerde, zei Hij tegen hem: 'Wil je beter worden?' 7 De zieke man antwoordde Hem: "Heer, ik heb niemand die mij in de poel kan gooien als het water in beweging is. Maar terwijl ik eraan kom, stapt iemand anders vσσr mij naar beneden." 8 Jezus zei tegen hem: Sta op, neem je bed op en ga lopen. 9 En onmiddellijk werd de man beter, nam zijn bed op en liep. En die dag was de sabbat. Nieuwe King James-versie Matteόs 7:21 Ά Niet iedereen die tegen mij zegt: Heer, Heer, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan, maar hij die de wil doet van mijn Vader in de hemel. 22 Velen zullen op die dag tegen mij zeggen: Heer, Heer, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, in uw naam demonen uitgeworpen en in uw naam vele wonderen gedaan? 23 En dan zal Ik hun zeggen: 'Ik heb jullie nooit gekend; ga weg van Mij, jullie die wetteloosheid beoefenen!' |