Aanbidding
Volgens veel geleerden zijn er maar liefst vier tot
zeven aartsengelen. Wij zullen ons aan het Woord van
God houden. Er worden slechts drie aartsengelen
genoemd in de Bijbel. Gabriël is degene die het
meest bekend is. Michael is de tweede bekendste van
de aartsengelen. Er is nog een Aartsengel, en dat is
Lucifer. Hij was meer dan een derde van de engelen
in de hemel. Hij werd geschapen met veel
instrumenten en veel edelstenen die licht
weerkaatsten. Hij was de aanbiddingsleider in de
hemel. Toen hij zondigde, werd hij uit de hemel
geworpen en nam hij een derde van de engelen met
zich mee.
Nadat Lucifer, nu bekend als Satan of de Duivel, uit de hemel was geworpen, schiep God de mensheid. Wij zijn geschapen om God te aanbidden. We kregen ook een vrije wil om te kiezen wat we wilden doen. God heeft niet een stel robots geschapen. God is een Heer, Hij zal ons niet dwingen iets te doen. Hij gaf ons een keuze die we zelf moesten maken. We aanbidden allemaal iets. Het kunnen wijzelf zijn. Het kan geld zijn, of een andere persoon. Of het zou Satan kunnen zijn. Er zijn tegenwoordig veel mensen die Satan aanbidden. Velen denken dat ze God aanbidden, maar ze geven wat de duivel in de hemel wilde: aanbidding. Er zijn slechts deze drie Personen die onze aanbidding waard zijn, en dat zijn God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Onze hemelse Vader heeft ons leven en een geest gegeven die nooit zal sterven. Hij gaf ons onze gaven en talenten. Hij gaf ons onze echtgenoot, onze kinderen, onze banen en alles wat we hebben. Hij gaf ons ook verlossing door Zijn Zoon, Jezus. Hij gaf ons ook de Heilige Geest om ons te leiden en te begeleiden op de weg die we moeten gaan. Zonder Hem hebben wij niets. Onze God heeft ons alles gegeven wat we hebben. Aanbidding is onze liefde die tot uitdrukking wordt gebracht aan onze god. Alleen Hij is onze aanbidding waardig. ––––––––––––––––––––––––––– Nieuwe King James-versie Psalmen 24:1 De aarde is van de HEERE, en al haar volheid, de wereld en degenen die daarop wonen. Nieuwe King James-versie Psalmen 50:10 Want al het gedierte van het woud is van mij, en het vee op duizend heuvels. 11 Ik ken alle vogels van de bergen, en de wilde dieren van het veld zijn van mij. 12 Als ik honger had, zou ik het je niet vertellen; want de wereld is van mij en al haar volheid. Nieuwe King James-versie Lukas 1:19 En de engel antwoordde en zei tegen hem: Ik ben Gabriël, die in de tegenwoordigheid van God staat en gestuurd werd om tot u te spreken en u deze blijde tijding te brengen. Nieuwe King James-versie Judas 1:9 Toch durfde de aartsengel Michaël, toen hij met de duivel redetwistte over het lichaam van Mozes, geen scheldende beschuldiging tegen hem in te brengen, maar zei: 'De Heer zal u terechtwijzen!' Nieuwe King James-versie Matteüs 4:10 Toen zei Jezus tegen hem: ‘Weg met jou, Satan! Want er staat geschreven: ‘Aanbid de HEER, uw God, en Hem alleen zult u dienen.’ Nieuwe King James-versie Matteüs 2:11 En toen zij het huis binnenkwamen, zagen zij het jongetje met zijn moeder Maria, vielen neer en aanbaden Hem. En toen ze hun schatten hadden geopend, boden ze Hem geschenken aan: goud, wierook en mirre. Nieuwe King James-versie Openbaring 4:10 De vierentwintig oudsten vallen neer voor Hem die op de troon zit en aanbidden Hem die voor eeuwig en altijd leeft, en werpen hun kronen voor de troon en zeggen: 11 "U bent het waard, o Heer, om glorie, eer en macht te ontvangen; want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil bestaan ze en zijn ze geschapen." |